Wat prediken Jehovah Getuigen? Ze komen bij u aan de deur of staan met een karretje met lectuur op openbare plaatsen, maar wat prediken Jehovah Getuigen nu eigenlijk? En wat zouden zij moeten prediken volgens de Bijbel? Daar zit in ieder geval flink wat verschil in, zo blijkt als we dit nader bekijken.
Om te beginnen vinden Jehovah Getuigen dat de volgende woorden van de zojuist opgestane Here Jezus Christus aan zijn discipelen (Matthéüs 28 : 18-20) op hen van toepassing zijn. In de Nieuwe Wereldvertaling (NWT) staat het zo:
18. En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, en zei: „Alle autoriteit in de hemel en op aarde is mij gegeven.
19. Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest (“Heilige Geest” in Statenvertaling),
20. en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb. En ziet! ik ben met U alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.”
Deze woorden uit Matthéüs 28 spreken over de tijd direct na de dood en opstanding van de Here Jezus. Het wachttorengenootschap (WTG) gebruikt deze woorden maar al te graag om hun leden – Jehovah Getuigen (JG) – te bewegen te prediken langs deuren en op andere plaatsen. De JG die langs de deur gaat, maakt overigens zelf helemaal geen discipelen, door hen te dopen in de naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest. Dat mag een JG natuurlijk niet zelf doen. Dat is voorbehouden aan de organisatie van Jehovah’s Getuigen. Dat kan pas nadat aan alle voorwaarden voor dopen voldaan is. Goedbeschouwd wordt er dus een opdracht gegeven die een Jehova Getuige niet eens kán uitvoeren.
Los daarvan weet het WTG niet wat de doop betekent en wat het wil zeggen “hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest”. Dat gaat niet over de handeling zelf, de onderdompeling in water. Dat is namelijk slechts een uiting van het besef dat de gelovige door dood en opstanding is gegaan, uitgebeeld in het ondergaan in water en daar weer uit opstaan. Net zoals Jezus van Nazareth dat liet zien bij Zijn doop in de Jordaan.
Dopen houdt veel meer in, zoals ook deze studie op de website van Vlichthus laat zien. Discipel worden kan alleen als iemand – door geloof – “ingaat in”, “één wordt met” (gedoopt) de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, de volledige Godheid dus. Het gaat bij het discipelen maken om het tot stand brengen van de eenheid in Christus (door geloof) en daarvoor wordt het woord “dopende” gebruikt.
De opdracht aan 11 discipelen is 1-op-1 overgezet naar de opdracht voor de Jehova Getuigen. Dat is op z’n minst hoogmoedig om te doen. Ik bestrijd niet dat een gelovige verkondigt wat in hem of haar leeft en zo het Evangelie doorgeeft, maar wel dat prediken conform Matthéüs 28 een opdracht is voor iedereen, in de zin van moeten. Wie dit wil doen, kan dit doen zoals beschreven is, maar van dit moeten doen is geen sprake. Dat is wel het geval bij de JG. Die moéten prediken, daar is geen ontkomen aan.
Het WTG gebruikt deze tekst ook om de eigen leden te laten “onderhouden alles wat ik U geboden heb“. Voor het gemak interpreteert men “geboden” als louter regels en wetten, terwijl dat woord vooral de betekenis kent “wat u aangeboden / gegeven is”. In de praktijk heeft het WTG dat vervangen door de eigen regels en wetten, zodat de individuele JG denkt dat hij of zij volgens Matthéüs 28 : 20 zich aan die regels moet houden. Dat is volkomen misplaatst, maar het gebeurt helaas wel.
Prediken van het koninkrijk op de gehele bewoonde aarde
Vervolgens pakt het WTG Matthéüs 24 om het allemaal nog groter te maken. De importantie van het werk dat de JG zouden moeten doen, neemt groteske vormen aan. Zonder kennis van zaken waar dit bijbelgedeelte (hoofdstuk 24 en 25) over handelt en dat het in directe verbinding staat met de profetieën in Daniël en het slot in Openbaring, gebruikt men vooral vers 14. In de NWT staat dit:
En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën en dan zal het einde komen.
Het is nogal aanmatigend om deze woorden van de Here Jezus als opdracht van een aardse organisatie te zien. Dat was het ook niet en zal het ook nooit worden, want dit gedeelte slaat op de tijd die nog in het verschiet ligt. De tijd na de duidelijke zichtbare wederkomst, de tijd nadat Christus – met Zijn Gemeente – Zijn voeten op de Olijfberg heeft gezet. In de tijd daarna zal de Here Jezus Christus de 144.000 uit de 12 stammen Israëls opdracht geven om het goede nieuws te prediken over heel de aarde van dat moment. Dat zal ook slagen, want het is de Heer Zelf die dit werk leidt.
Jehovah Getuigen hebben niet en gaan nooit de gehele bewoonde aarde bereiken met hun boodschap en dat betekent dat het “einde” nooit zou komen. Dat proberen ze weg te redeneren, want ze constateren zelf ook dat ze niet gaan slagen in die opdracht. Gelukkig weet een christen die z’n Bijbel kent, hoe het wel zit en dat deze opdracht niet bestemd is voor de organisatie van Jehovah Getuigen.
Terug naar de vraag: Wat prediken Jehovah Getuigen?
Dan blijkt dat dus vooral het Koninkrijk te zijn, zoals gezegd onterecht gebaseerd op Matthéüs 24. Hun belangrijkste blad – De Wachttoren – heeft als ondertitel bijvoorbeeld: Aankondiger van Jehovah’s Koninkrijk. Geheel onterecht overigens, zoals ik beargumenteer in dit artikel.
Hoe belangrijk is het Koninkrijk? In 1928 begon The Watch Tower te benadrukken dat het Koninkrijk belangrijker was dan persoonlijke redding door de losprijs. Via het Messiaanse Koninkrijk zal Jehovah zijn naam heiligen, zijn soevereiniteit rechtvaardigen en al zijn voornemens met de mens uitvoeren.
Deze aanhaling komt vanaf een artikel op de website van het WTG. Hoe verzin je het, maar het staat er echt! Het Koninkrijk is belangrijker dan “persoonlijke redding door de losprijs” en dat is dan ook wat er gepredikt wordt. Jehovah Getuigen prediken dat u een koninkrijk in kunt gaan, waarin u mogelijk eeuwig kunt leven op een paradijsaarde, als u tenminste voldoet aan de voorwaarden. Die zijn dat u instemt met de leringen van het wachttorengenootschap en zich houdt aan de regels van de organisatie.
Deze lering staat haaks op wat de Here Jezus leerde in bijvoorbeeld Johannes 3, waar Hij de wedergeboorte predikt. Wie niet wedergeboren is, gaat het Koninkrijk helemaal niet in, zegt de Heer! Jehovah’s Getuigen zijn het daar niet mee eens en leren dat dit niet nodig is voor de gewone JG. Ze gaan rechtsreeks in tegen wat de Here Jezus Christus leert en dat terwijl ze het zelfde zouden moeten prediken. Je kunt geen Koninkrijk prediken, zonder de wedergeboorte tot Nieuwe Schepping te prediken!
Wat prediken Jehovah Getuigen niet?
Naast de absolute noodzaak van wedergeboorte prediken Jehovah Getuigen veel niet van wat ze wel zouden moeten doen als ze hét Evangelie willen brengen. Bijvoorbeeld behouden zijn en leven uit de Genade van Christus. Het woord genade staat niet meer in hun Bijbel en in de praktijk van het dagelijkse JG-bestaan is de Genade van Christus dan ook ver te zoeken.
Ze prediken ook niet dat alleen persoonlijk geloof in de Here Jezus Christus voldoende is voor eeuwig leven. Een JG moet nog aan meer voorwaarden (blijven) voldoen om dat te bereiken. De Jehova Getuigen prediken evenmin dat wie tot geloof komt in deze tijd “wandelt in de hemel” (Filippenzen 3 : 20) en daar gezegend is met “alle geestelijke zegening in Christus”. (Efeze 2) En zo kan ik nog wel even doorgaan. Voor deze bespreking wil ik het echter beperken tot nog één cruciaal begrip, dat níet door de JG gepredikt wordt.
Bekering prediken Jehovah Getuigen niet
Op de website is maar weinig te vinden over het woord bekering of “bekeert u”. In de Nieuwe Wereldvertaling is het niet te vinden. Bekering is wegvertaald met het in dit verband onbekende “berouw”, dat niet de volledige betekenis van bekering (omkeren) bevat. Maar waarom is dit gedaan? Wat is er mis met het overal bekende begrip bekering? Niks natuurlijk, maar omdat bekering of “bekeert u” geen wezenlijk onderdeel uitmaakt van de prediking door Jehovah’s Getuigen moest het woord kennelijk vervangen worden. Dat is toch heel vreemd, want de oproep tot bekering komt in de Bijbel niet van de minsten:
Johannes de Doper: … Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. (Matthéüs 3 : 2) of in Marcus 1 : 15: …. De tijd is vervuld, en het Koninkrijk Gods nabij gekomen; bekeert u, en gelooft het Evangelie.
De Here Jezus: Van toen aan heeft Jezus begonnen te prediken en te zeggen: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. (Matthéüs 4 : 17)
De oproep tot bekering was al vanaf de start van Jezus’ prediking onderdeel van de boodschap over dat Koninkrijk. “Bekeert u” is nooit ingetrokken.
De Here Jezus: Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering. (Lukas 5 : 32)
Petrus: … Bekeert u, en een ieder van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. (Handelingen 2 : 38)
De Here Jezus Christus: En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem. (Lukas 24 : 47)
Bekijk zelf eens de teksten in het Nieuwe Testament over bekering en bekeert u en deze in het Oude Testament. De oproep tot bekering werd al veel eerder gedaan en Johannes en Jezus gaan daar direct mee verder in hun prediking. Ze prediken bekende woorden. De Schrift openen maakt veel duidelijk over de belangrijkheid van dit begrip in de prediking aan ongelovigen. Het zou een vast onderdeel zijn van de boodschap die een gelovige uitdraagt:
Bekeert u en kom tot persoonlijk geloof in onze God en Heiland (Verlosser) de Here Jezus Christus!
Draai om en vervolg niet langer de weg die tot de dood leidt. Grijp daarentegen door geloof in Hem het Eeuwige leven. Dat is als genadegift gegeven aan een ieder die in Hem gelooft. (o.a. Johannes 6 : 47).
De genadegift Gods is het eeuwige leven
Paulus zegt in Romeinen 6 : 23:
Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere.
Dat zou de prediking van de Jehovah’s Getuigen moeten zijn. Niet minder en ook niet meer, zoals ze nu in beide gevallen wel doen. Het WTG heeft er een eigen evangelie van gemaakt. Paulus veroordeelt dat met kracht in Galaten 1:
Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
Onderzoek alstublieft zelf of de prediking van de Jehovah’s Getuigen past in de kwalificatie “evangelie, dat niet door Paulus verkondigd is” en concludeer voor uzelf wat u daarmee dient te doen.
Wat prediken Jehovah Getuigen?
prediken Jehovah Getuigen
Mattheus 28:19 en 20 is corrupt. Oorspronkelijk heeft er gestaan: ,,Gaat en maakt discipelen van mensen uit alle natien…., en leert hen onderhouden alles wat ik u geboden heb”. In de oudste afschriften vind men nergens de term: ,,dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De drie-eenheids gedachte is er in geslopen na het concilie van Nicea (325 n.Chr.). Bij de teksten over de doop, wordt alleen over de naam van Jezus gesproken.
@Frits: Volgens de Statenvertaling staat er dit:
18 En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
19 Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.
20 En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.
Dit speelt kort na Zijn opstanding. De gelovigen zouden uitgaan om “alle volken te onderwijzen dat de Here Jezus Christus alle macht in hemel en op aarde had ontvangen”, zoals Petrus ook later uitlegt in Handelingen 2 en 4. Dit Evangelie zouden zij onderwijzen en dan staat er “dezelve”. Dat slaat dus op de volken, het woord daarvoor. Het gaat hier dus niet om een soort opdracht dat elk indvidu in een bepaalde naam ondergedompeld zou moeten worden. Het begrip “dopen” is in de Bijbel ook veel breder en dat komt heel goed tot uiting in wat hier staat. De volken (bestaande uit mensen uiteraard) die onderwezen zouden worden en die dat zouden aanvaarden, zouden in Christus gedoopt worden. Dat wil zeggen dat ze verbonden zouden geraken, “ondergedompeld”, één geworden zouden zijn met Christus, omdat zij tot geloof zouden komen en aan Hem toegevoegd zouden worden. Hier wordt de complete Godheid genoemd, omdat dit vanaf het moment dat het gezegd wordt ook kon. Jezus van Nazareth was namelijk opgestaan, had de Naam Jehovah als erfenis ontvangen en was aangesteld tot Christus (Messias), zoals ook o.a. Handelingen 13 vertelt. Met drie-eenheid (een foute leer) heeft het hier niks te maken en dus ook niet met een doop-in-water-opdracht.