Zondigen tegen de Heilige Geest. Ook dat onderwerp is bij Jehova Getuigen helaas weer een groot voorbeeld van onbegrip over Gods Woord. Het wachttorengenootschap (WTG) weet niet wat dit betekent, wat gezien de rest van de leerstellingen niet verwonderlijk is. Men weet bijvoorbeeld niet Wie de “Zoon des mensen” is. Het ontgaat hen dat de Here Jezus de Zoon (= erfgenaam) van Adam (= de mens) is. 1 Korinthe 15 : 45 en 47 zegt:
Alzo is er ook geschreven: De eerste mens Adam is geworden tot een levende ziel; de laatste Adam tot een levendmakenden Geest.
De eerste mens is uit de aarde, aards; de tweede Mens is de Heere (Kurios) uit den Hemel.
In de Statenvertaling, gebaseerd op de Textus Receptus staat keurig dat de tweede Mens, de Heere (Kurios, Jehova) uit de hemel is. De Nieuwe Wereldvertaling (gebaseerd op Westcott & Hort) heeft daar echter staan: “De eerste mens is uit de aarde en van stof gemaakt; de tweede mens is uit de hemel.”
“De Heere”, wat volgens het WTG vertaald zou moeten worden met “Jehovah”, omdat daar het Grieks “Kurios” wordt gebruikt, komt in hun vertaling niet meer voor. Dat snap ik ook wel, want het WTG doet alle (vergeefse) moeite om aan te tonen dat Jehovah en Jezus niet hetzelfde Wezen zijn. Maar voor wie de Bijbel gelooft is het duidelijk: De tweede Adam is Jehovah uit de hemel en eveneens de al lang van tevoren aangekondigde Christus. Daar gaat zo’n beetje het hele Nieuwe Testament over.
Ik weet dat dit heel moeilijk te begrijpen is voor de Jehova Getuige die dit zomaar leest, maar als je de JG-bril afzet, eerlijk bijbelstudie doet en van het Wezen Gods geen biologie maakt, dan wordt het onderwerp duidelijk. Dat was het al, maar door de vreemde leringen van de organisatie van Jehovah’s Getuigen is het heel onduidelijk geworden. Het kost dus moeite, maar dat loont.
De Heilige Geest is God Zelf, de Heilige Geest is de Opgewekte Christus
Het ontgaat het wachttorengenootschap en de Jehovah’s Getuigen Wie de Heilige Geest is. Daarna redeneren ze de Heilige Geest weg. Er blijft niet meer van over dan een “werkzame kracht”, een “iets”, terwijl de Bijbel duidelijk genoeg is dat de Heilige Geest een Persoon is en dat is veel meer dan een “werkzame kracht”. Het is God Zelf, zo blijkt uit o.a. de geschiedenis met de liegende Annanias in Handelingen 5:
En Petrus zeide: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, dat gij den Heiligen Geest liegen zoudt, en onttrekken van den prijs des lands?
Zo het gebleven ware, bleef het niet uw, en verkocht zijnde, was het niet in uw macht? Wat is het, dat gij deze daad in uw hart hebt voorgenomen? Gij hebt den mensen niet gelogen, maar Gode.
De Heilige Geest is een Persoon, heeft verstand, emoties en een wil. Hij denkt, weet, leert en kan bedroefd zijn (o.a. 1 Korinthe 2 : 10; Efeze 4 : 30). Volgens Romeinen 8 is de Heilige Geest onze pleitbezorger. De Heilige Geest neemt volgens Zijn wil beslissingen. (1 Korinthe 12 : 7-11) De Heilige Geest is God en kan zo volkomen functioneren als Trooster, conform wat Jezus beloofde in Johannes 14. Een prachtig hoofdstuk waar zoveel in zit, bijvoorbeeld dat de opgestane Here Jezus Christus ook de Vader is.
Nu gaat het mij er vooral om dat Hij ook de Heilige Geest is, zoals Jezus voor Zijn dood en opstanding aankondigde. De Here Jezus zegt in Johannes 14, uiteraard in de Statenvertaling, want de NWT heeft van “in”, dat in onze taal al zwakker (niet volledig uitdrukt waar het om gaat) is dan in het Grieks, consequent het nog veel minder sterke “in eendracht met” gemaakt.
3 En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben.
4 En waar Ik heenga, weet gij, en den weg weet gij.
5 Thomas zeide tot Hem: Heere, wij weten niet, waar Gij heengaat; en hoe kunnen wij den weg weten?
6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij.
7 Indien gijlieden Mij gekend hadt, zo zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu kent gij Hem, en hebt Hem gezien.
8 Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons den Vader, en het is ons genoeg.
9 Jezus zeide tot hem: Ben Ik zo langen tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus? Die Mij gezien heeft, die heeft den Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons den Vader?
10 Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader [ben], en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken.11 Gelooft Mij, dat Ik in den Vader [ben] en de Vader in Mij is; en indien niet, zo gelooft Mij om de werken zelve.
12 Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en zal meerder doen, dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader.
13 En zo wat gij begeren zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen; opdat de Vader in den Zoon verheerlijkt worde.
14 Zo gij iets begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen.
15 Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden.
16 En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid;
17 [Namelijk] den Geest der waarheid, Welken de wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn.
18 Ik zal u geen wezen laten; Ik kom [weder] tot u.
19 Nog een kleinen [tijd], en de wereld zal Mij niet meer zien; maar gij zult Mij zien; want Ik leef, en gij zult leven.
20 In dien dag zult gij bekennen, dat Ik in Mijn Vader [ben], en gij in Mij, en Ik in u.
21 Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren.
22 Judas, niet de Iskariot, zeide tot Hem: Heere, wat is het, dat Gij Uzelven aan ons zult openbaren, en niet aan de wereld?
23 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken.
24 Die Mij niet liefheeft, die bewaart Mijn woorden niet; en het woord dat gijlieden hoort, is het Mijne niet, maar des Vaders, Die Mij gezonden heeft.
25 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, bij u blijvende.
26 Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb.
Hier is niets onduidelijks aan, als je er tenminste geen biologie van maakt en altijd in gedachten houdt dat er maar één Ware God is. Die kan niet gezien worden, maar het uitgedrukte beeld wel, leert Hebreeën 1. De Here Jezus Christus is het Beeld Gods en kan gezien worden.
Wat is lasteren of zondigen tegen de Heilige Geest?
De Opgestane Christus is de Heilige Geest en dat is belangrijk om te aanvaarden, want dit komt terug bij de teksten over het zondigen, “lasteren”, tegen de Heilige Geest. Deze teksten worden ook door het WTG aangehaald in hun verklaringen over lasteren of zondigen tegen de Heilige Geest. Er is niet zoveel verklaring van het onderwerp en het valt op dat men maar weinig voorbeelden weet te geven, behalve dan natuurlijk van Judas Iskariot en van die van afvallig zijn, waarbij men in de deze tijd bedoelt: het besturende lichaam van de organisatie van Jehovah’s Getuigen tegenspreken. Op de website van Jehovah’s Getuigen is ondermeer dit te vinden: artikel 1, artikel 2. Ik haal daar vijf gedeelten uit:
Wat betekent het tegen de heilige geest te zondigen? Het is mogelijk tegen Jehovah’s heilige geest te zondigen, een zonde die niet vergeven zal worden (Mattheüs 12:31). God bepaalt of we een onvergeeflijke zonde hebben begaan, en hij kan zijn geest van ons wegnemen (Psalm 51:11). Als we diepbedroefd zijn over een zonde, is het heel waarschijnlijk dat we oprecht berouw hebben en dus niet tegen de geest gezondigd hebben. — De Wachttoren 15/7, blz. 16, 17.
Jehovah bepaalt of we een onvergeeflijke zonde hebben begaan, en hij kan zijn geest van ons wegnemen (Psalm 51:11). zondigen tegen de Heilige Geest
Tegen de heilige geest zondigen, betekent zich er moedwillig tegen verzetten. Er is een slechte hartentoestand bij betrokken waarbij een punt wordt bereikt vanwaar geen terugkeer meer mogelijk is.
… Jehovah God heeft het recht te weigeren een losprijs te aanvaarden voor iemand die hij onwaardig acht. Christus’ losprijs bedekt de zonden die iemand aankleven doordat hij een kind van de zondige Adam is, maar iemand kan daar door zijn eigen opzettelijke, moedwillig zondige handelwijze verdere zonden aan toevoegen en aldus sterven wegens zonden die niet door de losprijs worden bedekt.
De zonde tegen de heilige geest. Jezus Christus zei dat iemand die tegen de heilige geest zondigde, noch in het tegenwoordige noch in het toekomende samenstel van dingen vergeving kon ontvangen (Mt 12:31, 32). Iemand die naar Gods oordeel in dit samenstel van dingen tegen de heilige geest heeft gezondigd, zal derhalve niet uit de dood worden opgewekt, aangezien zijn zonden nooit vergeven zouden worden, waardoor een opstanding zinloos voor hem zou zijn. Jezus sprak een oordeel uit tegen Judas Iskariot door hem „de zoon der vernietiging” te noemen. De losprijs zal niet ten behoeve van hem aangewend worden, en daar zijn vernietiging reeds op grond van een gerechtelijk oordeel vaststaat, zal hij geen opstanding ontvangen. — Jo 17:12.
Met “Jehovah bepaalt of we een onvergeeflijke zonde hebben begaan”, leert het WTG in feite hetzelfde als de islam. Moslims moeten ook maar afwachten hoe Allah over hen oordeelt als ze sterven. Allemaal onzekerheid en zelfs angst omdat de mens nu eenmaal zondigt (= het doel mist). Gelukkig weet de wedergeboren christen uit Gods Woord dat dit alles onzin is. De Here Jezus is gestorven voor de zonden van álle mensen en als de Opgestane Christus biedt Hij al wie in Hem gelooft eeuwig onvergankelijk leven doordat zij op het moment van persoonlijke aanvaarding van de Here Jezus Christus tot Nieuwe Schepping ín Christus worden wedergeboren.
Het WTG heeft geen notie hoe het zit met op Golgotha betaalde prijs voor de zonden der wereld en het overgaan naar een Nieuwe Schepping door tot geloof te komen in de Here Jezus Christus, de Heilige Geest. Men kent die Nieuwe Schepping niet, op z’n minst niet volledig, en dus weet men ook niet waar het over gaat in Matthéüs 12 en Lukas 12. Hun “moedwillig zondige handelwijze verdere zonden aan toevoegen en aldus sterven wegens zonden die niet door de losprijs worden bedekt” is daarmee puur een eigen verzinsel en niet in overeenstemming met de Schrift.
Zondigen tegen de Heilige Geest is niets anders dan niet tot geloof komen
Hoe erg kun je afdwalen, terwijl het zo ontzettend eenvoudig is. Zondigen tegen de Heilige Geest is namelijk niets anders dan niet tot persoonlijk geloof komen in de Here Jezus Christus. Zondigen (= het doel missen) tegen de Heilige Geest doe je als je de Genadegift van Christus niet accepteert. Dan laster je de Woorden Gods, want Die heeft bepaald dat ons behoud alleen in Christus mogelijk is. Christus kan eenvoudigweg niets doen voor wie niet tot bekering komt, voor wie niet tot geloof in Hem komt, voor wie niet de Genade accepteert. Paulus legt in Hebreeën 10 uit, in het gedeelte dat handelt over onze “toevergadering” tot Christus, dat door het moedwillig niet tot geloof komen in Christus, terwijl het Evangelie ons wel verkondigd is, er “geen slachtoffer meer overblijft voor de zonden”. Hij zegt het zo:
Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden;
Jezus zelf wist dit uiteraard al, zo blijkt uit Matthéüs 12 en Lukas 12. zondigen tegen de Heilige Geest
Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal den mensen vergeven worden; maar de lastering tegen den Geest zal den mensen niet vergeven worden.
En zo wie enig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar zo wie tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende.
En een ieder, die [enig] woord spreken zal tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar wie tegen den Heiligen Geest gelasterd zal hebben, dien zal het niet vergeven worden.
De Here Jezus sprak tot de Joden. Die konden de Jezus van Nazareth (in de positie van de Zoon des mensen; de erfgenaam van Adam) “lasteren” door Hem niet te accepteren, zonder dat het hun leven zou kosten. Maar dat konden ze niet doen bij de Opgestane Christus, bij de Heilige Geest. Wie de Heilige Geest niet accepteert, zal geen vergeving ontvangen, omdat hij of zij dan geen deel uitmaakt van de Nieuwe Schepping in Christus. En alleen die Nieuwe Schepping blijft. De oude schepping is in feite al weggedaan op Golgotha en zal straks vergaan volgens Petrus (2 Petrus 3), die ook zegt. “Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont.”
De Schrift verklaart dat het loon van de zonde (de zondige natuur) betaald is voor iedere uit Adam geboren mens, maar dat daarna volgt: “de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere” (Kurios). (Romeinen 6 : 23) De schuld voor de mens in het algemeen is betaald. Daarmee staat iedereen op nul. Wie deel uit wil maken van de Nieuwe Schepping moet echter tot het kruis gaan, tot bekering komen en deel gaan hebben aan Christus. Daar is maar één activiteit voor nodig: Hem aanvaarden als jouw persoonlijke Verlosser en Heiland en Hem geloven op al wat Hij gesproken heeft. Mag ik u oproepen dit te doen? Dan zondigt u in ieder geval niet en nooit tegen de Heilige Geest.
Zondigen tegen de Heilige Geest bij Jehova Getuigen laat bedekking op Gods Woord zien
Er ligt een bedekking op wat het WTG leert omtrent zondigen tegen de Heilige Geest. Dat is nu eenmaal het gevolg van het niet volledig aanvaarden van de Woorden Gods. Wat volgt is onwetendheid. Er komt een bedekking over dat Woord; het wordt niet meer begrepen. Paulus constateerde dat al veel eerder in verband met gelovigen te Korinthe, die de Wet van Mozes meenden te moeten onderhouden, waardoor Christus, “den Geest des levenden Gods” aan hen de “bediening des Geestes in heerlijkheid” niet kon volbrengen. Paulus zegt o.a. in 2 Korinthe 3:
… de kinderen Israëls …
Maar hun zinnen zijn verhard geworden; want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, hetwelk door Christus te niet gedaan wordt.
Maar tot den huidigen dag toe, wanneer Mozes gelezen wordt, ligt een deksel op hun hart.
Doch zo wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn, zo wordt het deksel weggenomen.
De Heere nu is de Geest; en waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid.
Blijf niet langer onder dat deksel van het wachttorengenootschap en bekeert u tot de Here (Kurios) Jezus Christus. Onderzoek eerlijk Gods Woord, dus buiten de lectuur van Jehovah’s Getuigen of er in ieder geval naast, ter vergelijking. Dan weet u Wie de Heilige Geest is en dan is er vrijheid, zegt Paulus. Dan is er kennis en dat betekent eeuwig leven, volgens Johannes. Dan weet u, net als de discipelen, wat u spreken moet. Jezus zegt in Lukas 12:
Want de Heilige Geest zal u in dezelve ure leren, hetgeen gij spreken moet.
Mag ik u tot slot toewensen wat de Apostel Petrus zegt in 2 Petrus 3 : 18:
Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in den dag der eeuwigheid. Amen
Kijk voor een goede Bijbelstudie over vergeving op de website van Vlichthus. zondigen tegen de Heilige Geest
Zondigen tegen de Heilige Geest
zondigen tegen de Heilige Geest, zondigen tegen de Heilige Geest
Een korte uitleg wat de Heilige Geest is heb ik gevonden op een speurtocht over het internet.
Roeach Hakodesj (Hebreeuws: רוח הקודש, Heilige Geest) is een Hebreeuwse aanduiding voor God of voor Goddelijke inspiratie. Een synoniem hiervan is Roeach Elohim, ‘de adem van God’, waarvan ook de naam Rachel direct is afgeleid. Het Hebreeuwse woord ‘roeach’ betekent wind, geest of adem. ‘Hakodesj’ betekent ‘(van) het heiligdom’. Roeach Hakodesj wordt op drie plaatsen in de Tenach genoemd: Psalm 51:12 en tweemaal in Jesaja 63:10-11. Als bron van inspiratie rustte die bijvoorbeeld op Mozes, diverse Richters en op de Joodse profeten. De term wordt ook gebruikt voor de Goddelijke inspiratie die grote rabbijnen zouden beleven wanneer zij ingrijpende beslissingen ten aanzien van de halacha namen/nemen.
Het Arabische Roeh Al-Qoedoes (in de Koran) toont gelijkenis met Roeach Hakodesj.
Toen een kritische schriftgeleerde tot Jezus kwam (Mar.12:28-34) en Hem vroeg naar het eerste van alle geboden, beantwoordde Jezus vanuit het bekende ‘Sjema Israël’. Waarop de schriftgeleerde reageerde:
Inderdaad, Meester, naar waarheid hebt U gezegd, dat Hij één is en dat er geen ander is dan Hij. En Jezus, ziende, dat hij verstandig geantwoord had…
Let op: Jezus wordt aangesproken als U (tweede persoon enkelvoud) over de enige God als Hij (derde persoon enkelvoud, mannelijk). Als Jezus zou claimen God te zijn, dan had de schriftgeleerde moeten zeggen: “Inderdaad, Meester, naar waarheid hebt U gezegd, dat U één bent en dat er geen ander is dan U“. Het loutere feit dat de schriftgeleerde wisselt van U (=Jezus) naar Hij (=God), bewijst dat beiden niet identiek zijn. Want “er is geen ander dan Hij“. En deze waarheid wordt overal benadrukt. Jezus spreekt zijn Vader aan als “de enige waarachtige God” (Joh.17:3). En als Hij beschuldigd wordt door de Joden dat Hij zichzelf tot God maakt (Joh.10:33), dan weerspreekt Hij dat en claimt daarentegen Zoon van God te zijn (10:36). Tientallen keren lezen we in de Schrift van “God de Vader” maar nooit van ‘God de Zoon’. Dat is ook ondenkbaar, omdat met nadruk wordt geleerd: “voor ons nochtans is er maar één God, de Vader…” (1Kor.8:6; Ef.4:6). “Want er is één God en ook één middelaar van God en mensen, de mens Christus Jezus… ” (1Tim.2:5). Enzovoort.
De gedachte dat Jezus letterlijk God zou zijn, is absurd. Jezus claimde uitdrukkelijk niet alwetend te zijn (Mat.24:36). En Hij bad tot God “niet mijn wil, maar de Uwe geschiede” (Luc.22:42). Aan het kruis riep Hij”… waartoe hebt u Mij verlaten!” (Mat.27:46). Was God van God verlaten? Als Jezus God was, stierf God dan aan het kruis? Was God dood gedurende de drie dagen in het graf? Waarom moest Hij door God worden opgewekt, als Hij zelf God was (Rom.6:4)? Als Jezus letterlijk God zou zijn, dan is het onmogelijk dat Hij echt stierf en dan hoefde Hij ook niet door God te worden opgewekt.
Een kopie van http://goedbericht.nl/is-jezus-god-2/
@Frits: De Bijbel is er heel duidelijk over dat Jezus van Nazareth vanaf Zijn geboorte tot aan Zijn dood en Zijn korte verblijf in het dodenrijk (de Schoot van Abraham) niet in de positie van God Zelf was. Dat zou inderdaad ook niet kunnen. God kan niet sterven. Jezus was volkomen mens (lager dan de engelen), o.a. om als Zoon van Adam (Erfgenaam van Adam) de schuld van de menselijke familie te kunnen betalen door te sterven. Jezus van Nazareth geloofde Gods Woord en ging die weg in vol vertrouwen op wat er daarna komen zou. Met Zijn opstanding werd Hij – conform de Schriften – aangesteld tot Christus (Messias) en ontving Hij de Naam Jehovah, als erfenis. Sindsdien is de volledige Godsnaam Jehovah Jezus Christus, oftewel Here Jezus Christus. Hij is gesteld “boven alle naam”, zegt Petrus in Handelingen. En Paulus zegt in Filippenzen (Statenvertaling): “… Christus Jezus …;Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode even gelijk te zijn; Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden; En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises.Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd, en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven allen naam is; Opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in den hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn. En alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere (Kurios; Jehovah) zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders.