Vragen aan Jehovah’s Getuigen. “Onderzoek alle dingen en behoud het goede”, is een Bijbels principe. Handelingen 17 zegt:
En de broeders zonden terstond des nachts Paulus en Silas weg naar Berea; welke, daar gekomen zijnde, gingen heen naar de synagoge der Joden; En dezen waren edeler, dan die te Thessalonica waren, als die het woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren.
Daar mag ik dan toch wel aan appelleren bij Jehovah’s Getuigen (JG) die deze website bezoeken? Wat ik overigens wel bewonderenswaardig vindt, want deze website staat nu eenmaal niet op het lijstje “goedgekeurde websites” van het wachttorengenootschap (WTG). Dan mag ik toch vragen om het woord dat het WTG spreekt te onderzoeken of dit overeenstemt met de Schrift? De gelovigen te Berea deden dit in hun dagen in ieder geval wel, hoewel er toen natuurlijk geen enkele sprake was van het wachttorengenootschap…
Vragen aan Jehovah’s Getuigen; Romeinen 8 : 9-11
Eén van de grote thema’s, vaak besproken tussen Jehovah’s Getuigen en gelovigen in de Here Jezus Christus, is de Godheid van Christus. (Let op! Ik heb het over de opgestane Here Jezus Christus, niet over Jezus vóór Zijn dood en opstanding). Een zeer belangrijk onderwerp, wat mij betreft. Het WTG leert dat Christus niet de enige Ware God is (er is er maar Eén). Die kent men daar alleen met de Naam Jehovah. In dat verband is mijn vraag om het volgende vers – Romeinen 8 : 9 en 10 te verklaren. In de Statenvertaling staat daar:
Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe.
En indien Christus in ulieden is, ….
En indien de Geest Desgenen, Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken, door Zijn Geest, Die in u woont.
Romeinen 8 : 9-11 in de Nieuwe Wereldvertaling van Jehovah’s Getuigen
Wat vindt u er als Jehovah’s Getuige van? Reageer gerust op het bovenstaande met het antwoord op de vraag: Vindt u ook dat Paulus hier leert dat Christus God is? In heel de leerstellige uiteenzetting in de Romeinenbrief heeft Paulus het over niemand anders dan de Here Jezus Christus. Paulus wist uiteraard – en leert dat consequent en consistent – dat Christus God Zelf is. De wijze waarop “Geest Gods” en “Geest van Christus” hier als Eén worden neergezet, betekent wat mij betreft dat Christus God is, de Allerhoogste dus.
In de Nieuwe Wereldvertaling staat overigens dit:
Jullie leven niet naar het vlees maar naar de geest, als Gods geest echt in jullie woont. Als iemand Christus’ geest niet heeft, dan hoort hij niet bij hem. Maar als Christus in eendracht met jullie is, …
Als de geest van hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in jullie woont, zal hij die Christus Jezus uit de dood heeft opgewekt ook jullie sterfelijke lichaam levend maken door zijn geest, die in jullie woont.
Erg hè?, al die kleine letters in de NWT als het om Christus gaat… Het woordje “echt” (vers 9) staat overigens in geen enkele grondtekst. Ook niet die waarop de vertaling van het WTG op stoelt. Kijk het maar na in de Kingdom Interlinear Translation van het WTG. Wie de leer van het WTG kent weet dat dit weer de zoveelste poging is om de JG aan het werk te krijgen. Het idee is daar namelijk dat Gods geest pas echt in iemand woont als je gehoorzaamt aan het WTG en doet en laat wat men leert.
Vragen aan Jehovah’s Getuigen
Vragen aan Jehovah’s Getuigen