Ex Jehova Getuige Johan vertelt

Ex Jehova Getuige Johan vertelt. De website van de Wachttorenkijker krijgt regelmatig reacties. Velen vinden het herkenbaar wat er geschreven wordt. Sommigen willen graag hun eigen verhaal vertellen ter waarschuwing van anderen. Zo ook Johan (pseudoniem). Zijn verhaal (Ex Jehova Getuige Johan vertelt) is misschien wat minder “gestileerd”, maar wel recht uit het hart. Het is triest wat hij heeft moeten meemaken, maar gelukkig is hij goed terechtgekomen, ook al kwam hij niet bepaald ongeschonden uit de “strijd”.

Broederschap en vriendschap bij Jehovah’s Getuigen

De herkenbare dingen in het verhaal van Johan zijn o.a. waarom hij zijn hobby bij de scouting moest stopzetten en hoe hij gemaand werd om een baan te zoeken zonder ploegendienst. De druk van de velddienst komt aan de orde, maar het verhaal van Johan biedt vooral een andere kijk op gastvrijheid, broederschap en vriendschap, waar de Jehovah’s Getuigen (JG) zo mee schermen als zijnde uniek voor deze religie. Zo geweldig is dat in de praktijk allemaal niet. Regelmatig krijg ik daar verhalen over te horen en ik heb het zelf ook van dichtbij meegemaakt. Bij de JG heb je vrienden als je volledig in het plaatje past. Uiteindelijk zijn het geen echte vriendschappen, die door dik en dun standhouden. Het doet zeer om na vele jaren zulke conclusies te moeten trekken.


Ex Jehova Getuige Johan vertelt

Ik heb ruim 33 jaar bij Jehovah’s Getuigen gezeten en ben er ruim 3 jaar weg. Ik kom uit een gezin met vijf kinderen. M’n moeder verliet eind jaren vijftig, toen ik nog een baby was, het gezin, waardoor wij kinderen in tehuizen en pleeggezinnen kwamen. We zijn ruim 23 jaar uit elkaar geweest. Tussen 1971 en 1980 hebben wij elkaar weer gevonden. Door mijn oudste zuster kwam ik er achter dat m’n oudste broer, met z’n gezin, Jehovah Getuige was geworden. Ik had een half jaar daarvoor al eens een kort bezoek gebracht bij de JG en met hen studie uit een boekje gedaan. Dat studeren brak ik halverwege alweer af, want ik voelde mij in m’n vrijheid aangetast.

Ik wilde echter ook contact hebben met m’n broer en aangezien we totaal niet wisten hoe we beiden in elkaar staken, verliep het contact vrij stroef. Ik woonde in Den Haag en hij, net als de rest van de familie, in Twente. Ik kon niet goed kon inschatten hoe de relatie tussen ons zou gaan worden. Misschien wilde hij enkel maar contact met mij hebben als ik ook getuige zou worden. Dus ik besloot maar weer terug te keren naar de JG. Maar dat maakte eigenlijk geen verschil tussen ons, want de contacten waren niet zoals ik gehoopt had.

Ik moest mijn vrijheid opgeven

Dat was één probleem. Een ander probleem was dat ik mijn vrijheid moest opgeven. Ik zat bij Scouting Nederland, waar ik het naar m’n zin had, maar dat mocht niet, want dat had te maken met het leger (volkomen onzin) en patriottisme, vanwege het groeten van de vlag. Zelfs over de uniformen hadden de JG iets negatiefs te melden. Mijn mening mocht in nooit geven, die telde gewoon niet mee. Men kon zich niet verplaatsen in mijn achtergrond en wuifde alles weg wat ik over de scouting vertelde. U moet zich voorstellen, dat, wanneer je in een tehuis of pleeggezin hebt gezeten, je er trauma’s aan overhoudt. Die blijven je lang bij en je voelt je heel snel en vaak afgewezen. Ik voelde mij dus door hen afgewezen.

Men spreekt soms van een hechte band onder Jehovah’s Getuigen, maar dat is totaal uit de lucht gegrepen. Ik kon totaal geen contact met ze krijgen, een enkeling daargelaten. Maar je gaat niet steeds naar dezelfde personen toe, want dan maak je je zelf hatelijk tegenover anderen. Enkel al vanwege het ontbreken van echt contact ben ik toen tot twee keer toe uit de organisatie gestapt. Omdat ik toch dat contact met m’n broer wilde, keerde ik weer terug naar de JG.

Wat het “gedwongen” onderwijs betreft, je was verplicht om dagelijks zoveel lectuur te bestuderen, want anders zou je “geestelijk” niet groeien en lauw bevonden worden door Jezus, althans volgens het WTG. De dwang om langs de deur te gaan, hoe moe ik ook was, zal ik ook niet vergeten.

Ik had toen een drukke en zware baan in twee-ploegendienst in een fabriek. Twee keer in de maand moest ik in het weekend werken en dan kon je vaak niet ’s avonds op de vergadering zijn, wat ze mij zeer kwalijk namen. Ik moest maar een andere baan zoeken, die aansloot op de bijeenkomsten. Dat ging niet, want we zaten midden in de jaren 80, toen de werkeloosheid groot was. Dus bleef ik gewoon bij m’n baas. Zoiets heeft wel invloed op wat je kunt doen in jouw “gemeente”. Ik mocht geen taken doen, omdat ik niet geregeld langs de deur ging en niet bij elke “vergadering” aanwezig was.

Ik trouw met een Jehova Getuige en verhuis

De jaren verstreken en ik kreeg verkering met een zuster, die ik leerde kennen via mijn broer. Ze woonde in dezelfde stad als mijn broer. Ik leerde haar gemeente kennen, waarvan ik meende dat deze heel erg zou verschillen met de gemeente waar ik zat. We trouwden vanuit die gemeente in Twente, maar gingen in Den Haag wonen, waar ik al werkte. Mijn vrouw was de gastvrije en open mentaliteit van Twente gewend. Daarom was de verhuizing een flinke tegenvaller voor haar, want niet één van die gemeentes waar ik zat was gastvrij. Wat we ook deden om er bij te horen, niets hielp. We hebben daar diverse gesprekken over gehad met de ouderlingen, maar iedere keer kregen we te horen dat het aan ons lag. Dan ben je uitgepraat.

De gezondheid van m’n vrouw ging zienderogen achteruit. Ze was zelfs zwaar depressief geworden, omdat ze niet geaccepteerd werd. In het begin had ze nog wel werk, maar door de verslechtering van haar gezondheid en door eenzaamheid moest ze dit opgeven. We besloten te verhuizen naar Twente, in de veronderstelling dat het daar voor haar beter zou worden in haar oude gemeente. Maar ook dat viel zwaar tegen, want ook daar kreeg ze bar weinig aandacht. Ze lieten haar wederom vallen als een baksteen.

Onder druk gezet door de ouderlingen

Wat m’n werk betreft in Den Haag: ik kon overplaatsing krijgen naar een plaats bij ons in de buurt. Helaas moest die fabriek sluiten en kwam ik kwam zonder werk te zitten. Ik besloot een opleiding te volgen en te gaan werken via een stageplek. Dat werd voor mij te zwaar, want ik had ook de verzorging voor mijn vrouw: fysiek, mentaal en sociaal. Dus aandacht aan haar geven, de huishouding doen en dan ook nog die bijeenkomsten van de JG. Ik werd door de ouderlingen behoorlijk onder druk gezet, want ik moest meer gaan studeren, langs de deur en naar de bijeenkomsten gaan en minder voor m’n vrouw zorgen. Hoe barbaars kun je zijn! We kregen enkel maar kritiek, maar geen hulp op wat voor manier dan ook.

U zult begrijpen dat ik door deze zorgelijke situatie behoorlijk vaak thuis was en uiteindelijk m’n eigen weg volgde om maar even een beetje lucht te krijgen. Mijn vrouw belandde in een scootmobiel. Om niet helemaal geïsoleerd te raken is ze daarmee langs de deur gegaan met haar boekjes en blaadjes. De gevolgen van eenzaamheid hadden bij haar geleid tot obesitas en epilepsie. De verzorging werd heel zwaar, letterlijk en figuurlijk, en dat zonder steun en hulp van de ouderlingen en de gemeente. Ik heb uiteindelijk hulp gekregen via maatschappelijk werk van de Gemeente van de stad waar ik woon. Kort daarop, nu ruim 7 jaar geleden, overleed mijn vrouw na een hersenbloeding bij de hersenstam.

Stoppen met Jehovah’s Getuigen en weer terug komen

Na haar overlijden heb ik nog een halfjaar bij de JG gezeten. Toen ging ik er opnieuw uit, deze keer zonder uitsluiting. Ik bleef gewoon weg. Ik zat daar op een zondag in die zaal, keek om mij heen en dacht: “What on earth am I doing here?” Ik stond op en ging weg en bleef weg. Ruim 2,5 jaar later kwam er een “broeder”, die notabene ook nog eens postbode was in de zelfde straat waar ik woon. De ouderlingen zag ik in al die jaren niet en ook niet die broeder, die zogenaamd een vriend was. Maar hij wist mij toen wel over te halen om maar weer terug te komen. Mijn broer liet niets meer van zich horen sinds de crematie van mijn vrouw, dus dat contact verwaterde ook. Hij was wel blij dat ik weer terug was gegaan naar de organisatie.

Ik word depressief, krijg zelfmoordgedachten en ontdekt wat “vriendschap” betekent

Na ruim driekwart jaar werd ook ik zwaar depressief en kreeg zelfmoordgedachten. Ik besloot mijn mogelijke oorzaken in een brief op papier te zetten, met daarbij de nodige vragen over mijn heimwee naar Den Haag en de dood van mijn vrouw. Maar ook over geen baan, geen geld of wat voor ontspanning maar ook. In Den Haag had ik dat allemaal wel. In die tijd was er een congres waar het woord “vriendschap” centraal stond. Aan iedereen werd gevraagd of hij iemand in zijn gemeente kon vinden die een echte vriend was. Iemand die dag en nacht voor je klaar staat. Ik meende die te vinden in die broeder, wat ik hem ook openlijk vertelde. Hij was er zeer geraakt door!

Maar nu komt het: ik werd dus depressief en schreef die brief, waarvan een lange versie naar een ouderling ging en een korte naar die broeder, waarvan ik dacht dat het mijn vriend was. Die ouderling reageerde pas na anderhalve week en die “vriend” na twee weken, terwijl de nood zo hoog was. Hij was op vakantie, hoorde ik later, maar hij was gewoon thuis en woonde vijf minuten bij mij vandaan. Toch vond hij het niet nodig om naar mij toe te komen.

Een brief naar de ouderlingen met de mededeling dat ik voorgoed stop

Ik besloot geen gesprekken meer aan te gaan, alleen nog met m’n broer. Mijn broer vertelde dat, als ik er geen zin meer in had om nog naar deze organisatie te gaan, ik maar gewoon moest opstappen. Maar dan wel met alle gevolgen van dien, want dan mochten zij niet meer met mij praten. Hij haalde 1 Korinthe 5 : 11-14 aan, waar volgens hem de regels over uitsluiting worden uitgelegd. Onze achtergrond in gedachte houdend, vroeg ik of hij in het verleden omgang met mij had willen hebben als ik geen JG zou zijn. Daarop zei hij, dat ie dat zeker wel zou doen, maar wel zou hebben geprobeerd om mij bij de JG te krijgen.

Helaas is het contact tussen ons nooit zo ons nooit zo sterk geworden als ik had gewild. Met mijn geschiedenis en ook de opmerking van mijn broer in het hoofd dacht ik bij mezelf: als ik dit 33 jaar geleden had geweten, was ik nooit bij de JG gegaan, want ik voelde mij daar nooit toe aangetrokken. Ik heb kort daarop een brief naar de ouderlingen gestuurd met de mededeling dat ik voorgoed stopte als Jehovah Getuige. Ik schreef dat ik er geen enkele associatie meer mee wilde hebben en dat ik geen enkel gesprek meer wilde. Ik heb in al die jaren te maken gehad met intimidatie, dwang, manipulatie, indoctrinatie en bedreiging. Dit kan nooit de bedoeling zijn geweest van wat Jezus ons leerde.

Ik werd uitgesloten maar ook wedergeboren

Inmiddels was ik, al tijdens de behandeling van die brief, toen ik nog niet was uitgesloten, en waar de ouderlingen niets van af wisten, naar de Pinkstergemeente gegaan. Dat is nu ruim 3 jaar geleden. Ik werd met open armen ontvangen. Logisch zou u misschien zeggen, vooral in deze tijd dat kerken leeglopen, maar ik voelde mij daar thuis en dat is nog steeds zo. Ik voelde die warmte die ik bij de Jehovah’s Getuigen al die jaren heb gemist. Ik ben nu een totaal ander mens. Ik voel mij geaccepteerd en waardevol. Ik ben nu wedergeboren en ken de betekenis van Jezus bloed.

Ex Jehova Getuige Johan vertelt: “Als ik dit 33 jaar geleden had geweten, was ik nooit bij de Jehovah’s Getuigen gegaan”


Ex Jehova Getuige Johan vertelt

Ex Jehova Getuige Johan vertelt

13 Reacties

  1. HW.Peters 23/02/2019
    • Layla 17/11/2021
    • dr.ing.johan 24/11/2023
  2. HW.Peters 05/11/2017
  3. HW.Peters 05/11/2017
    • Wachttorenkijker 05/11/2017
  4. lorraine 18/09/2017
    • Wachttorenkijker 19/09/2017
    • Layla 17/11/2021
    • dr.ing.johan 24/11/2023
  5. Joffrey 20/01/2017
    • Wachttorenkijker 20/01/2017
    • Layla 17/11/2021

Geef een reactie

Translate »